Klimaatblog: over groene daken en gesprekken
Vorige week bracht de Eerlijke Geldwijzer een praktijkonderzoek uit naar hoe ‘Paris-proof’ banken, verzekeraars en pensioenfondsen in Nederland zijn. Conclusie? Nog lang niet genoeg. In dit blog blikken we kort terug. Én we blikken vooruit naar het tweede deel van ons onderzoek, dat 26 oktober verschijnt.
Slechts vijf van de 27 onderzochte financiële instellingen hebben beleid en actieplannen die echt iets doen aan de klimaatcrisis. Bij sommige financiële instellingen zien we wel wat beweging. Zo beloofde ING in augustus om in de toekomst bij leningen te gaan sturen op het 1,5-gradendoel uit het Klimaatakkoord van Parijs. Pensioenfonds PME kondigde in september aan dat het niet meer zal beleggen in olie- en gaswinning.
Maar pensioenfondsen ABP en PfZW, verzekeraars als Aegon, Allianz en NN, en ook banken als ING: allemaal schieten ze nog zwaar tekort bij het terugdringen van hun investeringen in de fossiele industrie.
Groene daken
De verzekeraars reageerden bij monde van het Verbond van Verzekeraars dat ze juist ‘het beleggingsbeleid over klimaat alsmaar aanscherpen’. Verder meldden ze dat ze groene daken stimuleren én met het KNMI samenwerken.
Wat het Verbond onvermeld liet, is dat de samenwerking met het KNMI alleen gaat om het tegengaan van de gevolgen van klimaatverandering. Bijvoorbeeld door data over extreem weer uit te wisselen en daarop te anticiperen. Belangrijk natuurlijk. Maar het benadrukt ook de vraag die ons onderzoek opwerpt: waarom doen de verzekeraars niet méér om die weersextremen te voorkomen?
Verzekeraars Athora Netherlands en ASR scoorden trouwens goed in ons onderzoek. Zij laten zien dat financiële instellingen wel degelijk doortastende klimaatactie kunnen ondernemen. En die groene daken? Goed hoor. Maar volstrekt ontoereikend als verzekeraars niet ook via hun beleggingen méér verantwoordelijkheid nemen in het wegnemen van de oorzaken van klimaatverandering.
‘We zijn even in gesprek’
De pensioenfondsen scoorden over de hele linie slecht. Dat is wonderlijk. Want per definitie beleggen zij voor deelnemers die de gevolgen van de klimaatcrisis aan den lijve gaan ervaren. Immers: ben je nu 30, dan keert jouw pensioenfonds pas na 2058 pensioen aan je uit. De Pensioenfederatie gaf aan dat enkele pensioenfondsen met de fossiele industrie in gesprek zijn, en dat andere fondsen deze industrie nu uitsluiten. Zulke gesprekken kunnen op zich nuttig zijn. Maar dan moeten ze wél tijdgebonden zijn en heldere doelen stellen. En er moet transparant over worden gerapporteerd.
En precies dat lijkt bij de pensioenfondsen fout te gaan. Al jaren stellen zij in gesprek te zijn, maar concrete resultaten blijven uit. Keer op keer slaagt de fossiele industrie erin tijd te kopen. Tijd die er niet is. ABP, het grootste fonds van Nederland en een van de grootste wereldwijd, gebruikt bovendien nog altijd niet zijn stemrecht bij bijvoorbeeld Shell om het bedrijf te dwingen zich aan het Klimaatverdrag van Parijs te houden.
Verder onderzoek
De meeste banken, verzekeraars en pensioenfondsen moeten dus aan de bak. Ze moeten veel sneller dan ze nu doen investeringen in de fossiele industrie afbouwen. Op 26 oktober lanceren we het tweede deel van het praktijkonderzoek over het klimaat. Dat laat zien hoe de verhouding fossiel/hernieuwbaar ligt bij de energieportefeuilles van de financiële instellingen.
Wat er nodig is, is kraakhelder. Dit zijn vijf stappen die jouw bank, verzekeraar en pensioenfonds nu moeten en kunnen zetten:
- Breng alle beleggingen en leningen in lijn met het 1,5-gradendoel uit het Klimaatakkoord van Parijs;
- Stop zo snel mogelijk met de financiering van de fossiele industrie;
- Stel concrete tussendoelen voor CO2-reductie bij álle bedrijven voor 2025, 2030 en 2040;
- Stop per direct met investeringen in bedrijven die nieuwe locaties openen voor winning van steenkool, olie en aardgas, en in bedrijven die teerzandolie en olie en gas in het poolgebied winnen;
- Rapporteer transparant over de genomen maatregelen en hun effect.