De klimaatplannen van grote financiële instellingen zoals ING, Nationale Nederlanden en PFZW schieten ernstig tekort. Hun huidige plannen zijn van onvoldoende kwaliteit om aan te tonen dat ze in lijn zijn met het doel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C, zoals afgesproken in de VN-klimaatakkoorden van Parijs en Glasgow. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van de Eerlijke Geldwijzer dat op 20 maart 2023 gelanceerd is. 

Hoe scoren de verzekeraars, banken en pensioenfondsen?

Geen van de onderzochte financiële instellingen haalt een voldoende voor hun klimaatplan. 

  • Achmea, ASR, ABP, ING, PMT en Rabobank halen een 5. 
  • ABN Amro, BpfBouw en PFZW krijgen een 4. 
  • Hekkensluiter NN Group (Nationale Nederlanden) komt niet verder dan een 3. 


“In 2019 beloofden Nederlandse financiële instellingen met plannen te komen om hun activiteiten in lijn te brengen met het Klimaatakkoord van Parijs”.
“Daarvoor gaven ze zichzelf ruim drie jaar de tijd. Ons onderzoek toont aan dat de klimaatplannen van de grote financiële spelers nog steeds aan alle kanten rammelen.
Minister Kaag liet eerder weten dat ze in 2023 de klimaatplannen van de financiële sector gaat beoordelen en wetgeving niet uitsluit. De tijd van vrijblijvendheid is echt voorbij.’’ Barbara Oosters

We hebben de klimaatplannen van de drie grootste banken, drie grootste verzekeraars en vier grootste pensioenfondsen onderzocht.  Hiervoor is gekozen vanwege de enorme invloed die zij hebben op de financiering van de energietransitie. De klimaatplannen van de grote banken, verzekeraars en pensioenfondsen schieten tekort op cruciale punten:

1. Beperkt meten en doelen stellen
Hoewel de financiële instellingen emissiereductie doelen voor 2030 publiceren, doen de meeste dit voor een beperkt aantal sectoren of voor een selectie van beleggingscategorieën. Op die manier nemen ze slechts verantwoordelijkheid voor een deel van hun uitstoot. Ook  heeft 6 op de 10 instellingen geen tussendoel voor 2025. Slechts 3 van de 10 instellingen (PMT, ABP en Bpfbouw) tellen de uitstoot van het gebruik van olie en gas mee in hun CO2 voetafdruk, ondanks het feit dat de meest gebruikte methodologie door de financiële sector (PCAF) voorschrijft dit te doen vanaf 2021.


2. Geen uitfaseringsplan olie-en gas
Banken zoals ING en ABN Amro hebben geen plannen om te stoppen met het lenen van geld aan bedrijven die betrokken zijn bij de ontwikkeling van nieuwe olie- en gasvelden. ABP is de enige instelling die heeft aangekondigd volledig te stoppen met beleggen in producenten van olie en gas in 2023. 

3. Acties niet in lijn met doelen
Hoewel alle financiële instellingen zeggen dat ze hun klanten aanspreken op hun klimaatambities, hanteert minder dan de helft een tijdlijn en concrete doelen om deze ambities te behalen. 

 

Aanbeveling aan Nederlandse financiële instellingen:

  • Committeer duidelijk aan een 1.5C scenario. 
  • Vertaal dit overkoepelende doel van 1.5C naar concrete tussendoelen, inclusief tussendoelen op de zeer korte termijn in 2025. 
  • Sluit alle financiering voor nieuwe olie- en gasprojecten uit, en heb een uitfaseringsbeleid voor alle fossiele energie. 
  • Formuleer een absoluut reductiedoel voor het hele financieringsportefeuille, en aanvullende intensiteits- of absolute reductiedoelen voor sectoren met hoge emissies. 
  • Ontwikkel een  gedetailleerd en transparant betrokkenheidsbeleid waaruit duidelijk blijkt hoe de acties van een financiële instelling leidt tot de nodige emissiereducties.
  • Gebruik geen CO2-compensatie voor het halen van de reductiedoelstellingen.

Tijd voor wetgeving
Minister Kaag gaf vorige week aan een verplicht klimaatplan voor de financiële sector te overwegen. Een goede stap in de richting. Wij roepen de minister op hier snel werk van te maken. Het klimaat wacht niet.

Goed nieuws
De minister van financiën Kaag, gaat nu naar aanleiding van onder andere ons rapport wetgeving verkennen voor de financiële sector op klimaat. Zowel Kamerleden als de Minister stelden tijdens een debat in de Tweede Kamer op 22 maart vast dat de financiële sector onvoldoende voortgang boekt. Ze verwezen hierbij naar het rapport van de Eerlijke Geldwijzer dat de tekortkomingen van huidige klimaatplannen laat zien. Een dag voor dit debat in de kamer, overhandigden we ons rapport aan politiek partijen in de Tweede kamer. We vroegen hen naar de voortgang van de financiële sector en of het tijd was voor wetgeving.

Kamerleden hebben de minister aangemoedigd om voortvarend aan de slag te gaan (via moties) en de resultaten in de zomer naar de Tweede Kamer te sturen. Wij kijken uit naar een mooie zomer voor het klimaat.