De verhalen van Maxwell en Papilou
Hieronder lees je de verhalen van Maxwell Atuhura uit Oeganda en Papilou Roland uit Nigeria. De verhalen zijn maar twee van de vele voorbeelden van schendingen van mensenrechten door bedrijven in de mijnbouw en olie- en gaswinning zoals Shell, TotalEnergies, Vedanta en Vale. Veel verzekeraars en pensioenfondsen in Nederland beleggen in dit soort bedrijven. Daarmee hebben ze de macht én verantwoordelijkheid om de bedrijven aan te spreken op deze misstanden en om verbetering te eisen. Helaas doen verzekeraars en pensioenfondsen dit nog te weinig, waardoor slachtoffers zoals Maxwell en Papilou niet geholpen worden.
Maxwell
Maxwell Atuhura is een boer uit Oeganda die strijdt tegen de landonteigeningen voor de pijpleiding van TotalEnergies. Deze zomer (2022) begint de bouw van de omstreden Oost-Afrikaanse Crude Oil Pipeline (EACOP). De pijpleiding, die zich uitstrekt van de oevers van het Albertmeer in Oeganda tot aan de kustlijn van Tanzania, is een van 's werelds grootste oliepijplijnen in ontwikkeling. Meer dan 100.000 mensen zullen hierdoor hun land en landbouwproducten verliezen.
Maxwell Atuhura is bedreigd en gechanteerd voor zijn activisme en al twee keer in de gevangenis beland. Zijn kantoortje waarin hij anderen probeerde te helpen, werd vorig jaar vernield. ‘’Iedereen is doodsbang. Er is geen ruimte meer voor debat en discussie,’’ legt Maxwell uit. "Veel mensen trekken claims in en nemen elke compensatie aan (voor verloren land of eigendom) die ze kunnen krijgen, al is dat zwaar onvoldoende," zegt hij. "We begrijpen niet waarom ze ons zo onder druk zetten." Maar mensen die in opstand komen, krijgen met nog meer problemen te maken. ‘’In Buliisa zijn er mensen die bezwaar maakten tegen de schamele schadevergoeding en de regering heeft deze mensen aangeklaagd.’’
(bron: Oxfam Novib)
Papilou
Papilou Roland is opgegroeid in Ikarama (Nigeria). Hij woonde er aan de rand van een rivier in de Nigerdelta. In de afgelopen 15 jaar lekte in Ikarama tientallen malen olie uit de pijpleidingen van Shell. De huizen in het dorp zijn omgeven door poelen met olie, die een doordringende oliewalm verspreiden en het water ondrinkbaar maken.
In 2016 is Godbless, het broertje van Papilou, 6 jaar oud. Tijdens het spelen valt hij in een van de oliepoelen. Zijn ouders en de dokters proberen hem nog te redden. Maar Godbless overlijdt: hij kreeg teveel van de giftige olie binnen. Papilou mist zijn broertje nog steeds.
Vanwege de vervuiling is Papilou’s moeder met haar kinderen naar de stad verhuisd. De oliestank is té overheersend, ze zijn steeds ziek, en de vervuilde akkers bij hun huis brengen niet genoeg meer op voor de familie. Papilou’s vader blijft achter in Ikarama. Eens per maand gaat Papilou een weekend naar hem toe. Veel bewoners in zijn geboortedorp kampen met ernstige gezondheidsproblemen door de vervuiling: de lucht zit vol oliedampen, het drinkwater is verontreinigd. Zijn broertje is niet het enige slachtoffer dat overlijdt door de gelekte olie, of de gevolgen ervan. En de armoede en werkloosheid zijn groot: de akkers in het dorp zijn niet langer vruchtbaar en de vissen zijn uit de rivieren verdwenen.
Na de ontdekking van ruwe olie in de Nigerdelta begon Shell in de jaren '50 met oliewinning in het gebied. Inmiddels zijn er veel meer maatschappijen, maar Shell is nog steeds de grootste. In de afgelopen 65 jaar is de Nigerdelta zwaar vervuild geraakt, door lekkages die bijna dagelijks plaatsvinden: jaarlijks lekt ruim 40 miljoen liter olie uit de pijpleidingen. Shell en andere bedrijven moeten dit opruimen, maar doen dat onvoldoende, bleek onder andere uit een groot onderzoek door de VN in 2011. Shell kreeg een flinke tik op de vingers, maar onderzoek door Amnesty International toonde in 2020 aan dat het bedrijf nog maar in een fractie van het gebied is begonnen met schoonmaken. Bovendien blijken ‘schoongemaakte’ gebieden toch vaak nog vervuild met ruwe olie, met alle gevolgen voor de bewoners, zoals Papilou en zijn familie.
(Bron: Milieudefensie)