De 3 grootste banken van Nederland - ABN Amro, ING en Rabobank - kunnen op geen enkele manier aantonen dat zij adequaat reageren op mensenrechtenschendingen, begaan door 10 mijnbouw-, olie- en gasbedrijven waarin zij samen in de laatste 6 jaar ruim 14 miljard euro investeerden. Internationale richtlijnen die voorschrijven hoe de schendingen aan te pakken, worden door de banken publiekelijk omarmd, maar in de praktijk amper opgevolgd. Hierdoor hebben de slachtoffers in de meeste gevallen het nakijken.
Om welke bedrijven en schendingen gaat het?
Het onderzoek van de Eerlijke Bankwijzer richt zich op de vraag welke maatregelen de banken nemen om de mijnbouw-, olie- en gasbedrijven tot gedragsverandering te bewegen. Deze bedrijven, waaronder Glencore, Trafigura, Shell en TotalEnergies, opereren wereldwijd. Hun activiteiten gaan stelselmatig gepaard met ernstige misstanden, zoals water- en bodemvervuiling, geweld tegen lokale gemeenschappen, schending van landrechten, doodslag en zelfs moord.
Waarom moeten de banken daar wat aan doen?
Als grote investeerders kunnen de banken op verschillende manieren invloed uitoefenen op de bedrijven, bijv. via screening, een kritische dialoog (‘engagement’) of processen om herstel voor de slachtoffers mogelijk te maken. Dit proces van gepaste zorgvuldigheid (‘due diligence’) wordt beschreven in de VN-richtlijnen voor Bedrijven en Mensenrechten (2011). Deze richtlijnen gelden ook voor de banken. De banken moeten verantwoording afleggen over hoe zij nadelige gevolgen voor mensenrechten hebben aangepakt en communiceren over de resultaten van die aanpak.
Welke banken doen het niet goed?
Van de 8 banken die zijn opgenomen in de Eerlijke Bankwijzer investeren er vier in de mijnbouw- en olie- en gasbedrijven. Dit zijn Rabobank, ING, ABN Amro en Van Lanschot Kempen. Geen van deze vier banken doet het goed, en ze halen dan ook alle vier slechte eindscores. Maar de ene bank doet het wel beter dan de andere:
Oproep aan banken!
De Eerlijke Bankwijzer roept de banken op serieus werk te maken van hun verantwoordelijkheid om de mensenrechten te respecteren, en vraagt de overheid om verplichtingen aan banken op te leggen, zodat zij gepaste zorgvuldigheid toepassen in hun investeringspraktijk.
Welke banken doen het wel goed?
De andere vier banken - Bunq, NIBC, Triodos Bank en de Volksbank (incl. ASN) - steken geen geld in de mijnbouwbedrijven en olie- en gasproducenten. Mensenrechten- en duurzaamheidsoverwegingen vormen voor deze banken een belangrijke reden om niet in deze bedrijven te investeren. Deze vier banken krijgen daarom een 10 (‘uitstekend’).