ING publiceert eerste mensenrechtenrapport

maandag 10 december 2018

Onlangs publiceerde ING haar eerste mensenrechtenrapport . Daarin staat op welke manieren de bank het risico loopt betrokken te raken bij schendingen van mensenrechten, en hoe ze met deze risico’s omgaat. ABN Amro bracht eerder een soortgelijk rapport uit. Met de rapportages lopen beide banken voorop in transparantie over risico’s op schendingen van mensenrechten.[1]

Bankenconvenant

Volgens ING is haar rapport de uitvoering van het ‘bankenconvenant’, dat de bankensector in december 2016 sloot met maatschappelijke organisaties, waaronder verschillende organisaties achter de Eerlijke Bankwijzer. Het rapport verwijst ook regelmatig naar het bankenconvenant (in het rapport: ‘DBA, Dutch Banking Agreement’). Het verdient lof dat ING met dit rapport uitvoering geeft aan het convenant.

Salient risks

Voor haar rol als kredietverlener ziet ING vooral risico’s in sectoren als olie en gas, mijnbouw, maakindustrie en infrastructuur. De eerste drie zijn sectoren die ook de Eerlijke Bankwijzer ziet als extra risicovol. ING komt in het rapport op drie risico’s die ze ‘salient’ vindt, dat wil zeggen dat ze daar de grootste risico’s op ernstige schendingen van mensenrechten ziet: schending van landrechten, kinderarbeid en gedwongen arbeid. De acties die vervolgens worden genoemd om mensenrechtenschendingen op deze gebieden te voorkomen, snijden hout, en passen ook goed bij wat de Eerlijke Bankwijzer vraagt van banken. ING besteedt hiermee aandacht aan het voorkomen van mensenrechtenschendingen.

Landrechten

Ten aanzien van landrechten is het echter spijtig dat ING maatregelen op het gebied van vrije, voorafgaande geïnformeerde instemming (Free Prior Informed Consent, FPIC) blijft beperken tot inheemse volkeren. In Afrika wordt vrijwel geen volk erkend als ‘inheems volk’, maar hebben tal van gemeenschappen wel te maken met grove landrechtenschendingen door bedrijven en overheden. Waarom zouden zij minder rechten hebben om op te komen voor land waarop men vaak al generaties lang woont, wanneer bijvoorbeeld een palmoliebedrijf het wil inpikken ten gunste van plantages? Hierin gaan onder meer ABN Amro en Rabobank een stap verder dan ING.

Geen antwoorden over compensatie slachtoffers

Ook ING’s houding ten opzichte van compensatie van slachtoffers van mensenrechtenschendingen die al plaatsvonden roept vragen op. In oktober 2018 had de Eerlijke Bankwijzer kritiek op ING vanwege investeringen in bedrijven die te weinig doen aan herstel van schade en genoegdoening. Slachtoffers worden door deze bedrijven bijvoorbeeld niet of onvoldoende gecompenseerd. Uit dit nieuwe rapport spreekt dat ING dergelijke schendingen nu bij klanten actief zou aanpakken. Dat is natuurlijk heel positief, maar het blijft belangrijk dat de bank met klanten ook terugkijkt: heeft het bedrijf schade uit het verleden wel hersteld? ING gaat in het nieuwe rapport alleen in op de vraag hoe ze toekomstige gevallen zou aanpakken. De vragen die ingaan op hoe de bank met bedrijven heeft gesproken over het herstellen of compenseren van schendingen worden niet beantwoord. Het compenseren van slachtoffers van mensenrechtenschendingen (genoegdoening, of ‘remedy’) had in het rapport meer aandacht moeten krijgen.

Voorkomen is beter dan genezen

ING wilde voor onderzoek van de Eerlijke Bankwijzer uit oktober 2018 ook geen openheid geven over haar inzet om bedrijven aan te spreken op dergelijke onopgeloste schendingen. Die openheid komt er ook met dit rapport niet. Het rapport is al met al een goede stap van ING, die veel meer inzicht geeft in wat de bank zelf ziet als de belangrijkste risico’s op mensenrechtenschendingen. Op belangrijke vragen, vooral rond compensatie, blijft het antwoord echter achterwege, en dat is spijtig. Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen, maar als je niet kunt voorkomen, dan is genezen net zo belangrijk.

Cor Oudes, namens PAX voor de Eerlijke Bankwijzer.

Lees meer over het praktijk onderzoek van de Eerlijke Bankwijzer op mensenrechten.

[1] Beide rapporten zijn gebaseerd op het ‘reporting framework’ van de ‘United Nations Guiding Principles’. De UNGP’s zijn een belangrijke standaard die de verantwoordelijkheid van bedrijven om mensenrechten te respecteren beschrijft; het ‘reporting framework’ is de bijbehorende transparantiestandaard. Het reporting framework is in feite een lijst vragen die de bedrijven in hun rapportage over hoe zij omgaan met mensenrechten kunnen beantwoorden. ING beantwoordt in dit rapport de meeste, maar niet alle vragen. Enkele vragen in het reporting framework over compensatie (‘remedy’) worden niet beantwoord.

 

Thank you for submitting

Your message has succesfully been placed

×